Een gesprek met Cies Roskam, consultant en founder van ProEnto vereist scherpte. Een combinatie van gedrevenheid, ondernemerschap, inhoudelijke kennis en ambitie maakt dat de man een onophoudelijke reeks feiten, termen, toekomstbeelden en hoop met je deelt. Wie niet oplet, is verloren.
Het gaat om insecten. Insecten met nuttige eigenschappen en vol zitten met eiwitten en goede vetten. Eiwitten waar wij zoveel behoefte aan hebben. Als mens, maar ook als dier. Naast voedzaam, zijn insecten echter ook levend van zeer groot nut, is Roskam overtuigd: “onze larven kunnen zich voeden met organische afvalstromen zoals voedselafval, maar ook met mest. Op deze manier ontdoen ze de mest van allerlei ‘schadelijke’ stoffen. Ze voeden zich met nutriënten die op dit moment veelal in de vorm van ammonia in de lucht terechtkomen en ze reduceren daarmee dus indirect de stikstofuitstoot.” Tot zover de samenvatting.
De larven converteren de mest en kunnen daarna, bomvol goede eiwitten, worden toegevoegd aan het dieet van een huis- of consumptiedier, waardoor er minder soja, vismeel of graan geïmporteerd hoeft te worden uit een ver land. “Die soja, vis of granen komen daardoor weer beschikbaar voor humane consumptie. Veel idealer kun je het niet bedenken.”
Ter illustratie: 1000 kilo verse mest of voedselafval wordt door 1 miljoen larven in enkele weken verwerkt tot 150 kilo organische compost en levert ruim 100 kg larven op die na verwerking gebruikt kunnen worden in diervoeding of als biodiesel. Het vet in de larven levert evenveel energie op als een bio-vergasser, maar dit proces levert daarnaast ook nog eens waardevolle eiwitten op. “Daar kan geen bio-vergasser of composteerinstallatie tegenop, die kosten alleen maar geld. Mest is dan ook zeker geen afvalproduct, maar juist een fantastische grondstof.”
Het proces is eenvoudig: de jonge vliegjes (m/v) worden bij elkaar gebracht in de zogenaamde ‘Love Cage’. Dit kan letterlijk een doos zijn, maar in verband met de aantallen is een ruimte ter grootte van een container realistischer.
Van de mest blijft slechts zo'n 25% over
Nadat de vrouwtjesvlieg haar eitjes heeft gelegd, worden deze opgekweekt totdat de mini-larven groot genoeg zijn om losgelaten te worden op mest of op een ander geschikt substraat. Binnen een paar weken zijn ze groot genoeg om gescheiden te worden van het residu. Daarna zijn de larven verder te verwerken en kan de ingedroogde compost als organische meststof gebruikt worden in de agrosector, iets wat met verse mest vaak problematisch is voor de bodem en/of het grondwater. Vooral varkensmest en kippenmest lenen zich goed voor dit proces.
Daarnaast wordt het volume van de mest in enkele weken met ruim 75% gereduceerd. En heel belangrijk: “de vliegen zijn veilig, brengen géén ziektes over én verdringen die vervelende huisvlieg die dat juist wel doet, een mooie win-win dus.”
Wet- en regelgeving
Waarom gebeurt dit dan nog niet overal? “Enerzijds omdat deze processen nog niet op grote schaal zijn getest en we dus ook nog niet precies weten wat het exact kost en oplevert, iets wat ook per regio of land heel erg kan verschillen Anderzijds omdat de larven die op mest gekweekt worden binnen de huidige regelgeving in Europa nog niet in diervoeding gebruikt mogen worden.”
Meststromen verwerken kán dus wel, maar de larven mag je op dit moment nog niet gebruiken in diervoeding. “Volslagen onzin natuurlijk, als je bedenkt dat veel van de gewassen die wij of onze dieren consumeren, direct in aanraking zijn geweest met mest. Diverse internationale studies wijzen uit dat het heel goed mogelijk is om dierlijke mest te gebruiken als voedingsbron voor insecten die daarna op hun beurt geconsumeerd kunnen worden door productiedieren. Hierover is in Europa nog geen toepasbaar beleid ontwikkeld, wat de komende tijd hopelijk wel snel gaat gebeuren. Om deze reden werken de meeste insectenkwekers momenteel alleen met specifiek toegestane reststromen, omdat de larven en de geproduceerde eiwitten meer waarde creëren, maar de kostenreductie van mest- of afvalverwijdering of de opbrengsten van compost en insectenolie wordt te veel buiten beschouwing gelaten. Daarom zoeken we ook naar boeren en andere partners om dit proces verder door te ontwikkelen.“
De getallen waarmee nu gerekend wordt zijn nog erg globaal, zo blijkt. “De opbrengst van mestverwerking met insecten is afhankelijk van klimatologische omstandigheden, het type mest en het vochtgehalte. Daarnaast zijn er ook technische aspecten die van invloed zijn, hoe meer technologie, des te beter de resultaten. Moeder Natuur heeft geen technologie nodig om zijn werk te doen, dus simpelere opstellingen voor grootschalige mestverwerking zouden ook prima kunnen werken”, vervolgd Roskam, die de afgelopen jaren in Latijns-Amerika veel ervaring heeft opgedaan met deze insecten en zich richtte op de automatisering van het proces.
Als de insecten worden gevoed met geselecteerde voedselresten, wat goed mogelijk is en wat in Nederland ook al gebeurt, dan mogen ze dus wél gebruikt mogen worden als ingrediënt in bijvoorbeeld kippenvoer. Maar dat vereist een iets andere techniek, die meer kapitaalintensief is. Het is dus de huidige wet- en regelgeving die de ontwikkelingen voor mestverwerking en productie van insecten afremt. “Er zijn wel degelijk plannen om deze manier van larven kweken te gaan uitwerken. Er moeten verdere studies worden gedaan van de effecten, de veiligheid van het gebruik en de kosten en opbrengsten,” vertelt Roskam. “Diverse universiteiten en instellingen zijn op enigerlei wijze betrokken bij onze plannen in die richting. Pas daarna kunnen we aan de slag met het officiële beleid. Ondertussen staan wij ondernemers graag te woord die hierop vooruit durven lopen.”
Roskam heeft een heel concreet beeld van wat de insectenkringloop kan betekenen in de omslag die we aan het maken zijn, richting een door kringlopen gedreven landbouw. Hij legt uit: “er zijn genoeg boeren die de wil hebben om het anders te gaan doen. Deze boeren kunnen worden omgeschoold om iets gaan doen met insecten. Bijvoorbeeld de larven opkweken, of juist de volgroeide larven verwerken tot eiwitten, vetten en chitine, de drie voornaamste producten van deze conversie. En de insectenolie is vergelijkbaar met kokosolie en is bruikbaar als vervanging van boter in voeding, als vervanger van visolie in diervoeding en zelfs als biodiesel, terwijl de chitine in het exoskelet van deze insecten, gebruikt kan worden als natuurlijke insecticide, voor farmaceutische toepassingen of om bio-plastics te ontwikkelen.
En de uiteindelijke compost? “De compost, ook wel ’frass’ genoemd, bevat naast een mix van goede nutriënten en mineralen, ook een dosis chitine die de plant kunnen aanmoedigen om sneller te gaan groeien. Planten gaan meer wortelschieten op het moment dat ze denken aangevallen te worden door insecten. Heel logisch allemaal,” vertelt Roskam terwijl hij een mueslireep met meelwormen naar binnen werkt.
In de kringloopwereld in het toekomstbeeld van Roskam, ruilen boeren hun huidige bestaan in voor dat van insectenboer, of vullen hun activiteiten aan met insectenkweek. Ze vormen met hun deeltaken in het proces een (korte) keten en voorzien elkaar van voedingsstoffen en/of te verwerken producten. En niks gaat verloren. De eiwitten worden gebruikt in de voeding van pluimvee of aquacultuur, maar ook voor huisdieren. Ook als de eiwitten niet direct gebruikt mogen worden in diervoeding is de olie goed te gebruiken en kan bijvoorbeeld worden omgezet in biobrandstof.
“Je kunt er wellicht zelfs de luchtvaart mee van brandstof voorzien. Vliegtuigen laten vliegen op varkenspoep, dat lijkt me geweldig!” lacht Roskam in al zijn enthousiasme, alhoewel hij wel toegeeft dat dat nog wel even op zich zal laten wachten.
Concreter zijn de plannen en verwachtingen van Roskam voor de eerstkomende jaren. “De inzet van insecten in de (dier)voedingsindustrie is al tientallen jaren bekend en begint nu wereldwijd in zwang te komen. Een volgende fase is de inzet of verwerking van kippen- en varkensmest in ditzelfde proces en de kosten hiervan. Als een varkenshouder met 3000 varkens jaarlijks € 30.000,- kan besparen op zijn kosten van mestafvoer, kan het ineens hard gaan met de ontwikkelingen. Ondertussen nemen je emissies af, reduceer je je stankoverlast en ben je ‘goed bezig’ voor het milieu. Met alleen in Nederland al meer dan 4000 varkenshouders praat je over een enorme winst voor zowel de ondernemers als het milieu. En dit past natuurlijk heel goed in het realisatieplan Visie LNV, wat vorig jaar in juni is gepubliceerd.”
Roskam werkt daarom vanuit zijn bedrijf ProEnto samen met New Generation Nutrition bij het verzorgen van opleidingen voor ondernemers die deze insecten willen leren kweken op geselecteerde organische reststromen. Ondernemers worden hierbij gecoacht met het businessmodel en de kweek. Hiervoor zijn, in het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3), subsidies beschikbaar, zodat boeren zich kunnen omscholen tot insectenkweker. De trainingen nemen de ondernemer aan de hand mee naar een nieuw verdienmodel.
Ondanks dat het nog even kan duren voordat boeren zelf hun mest kunnen verwerken met insecten, kunnen ze wel leren om afvalstromen te verwerken en insecten te kweken. Op die manier bereiden ze zich voor op een toekomst waarbij ze vrijwel ongelimiteerd mest kunnen verwerken. Maar goed, “eerst maar eens leren kweken”, adviseert Roskam.
Publicatiedatum op deze site:23 maart 2020
Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.