Johan Leenders ontwikkelde samen met zijn moeder Annelien een eigen kipconcept: Oranjehoen. Met het Oranjehoen hebben ze de regie in handen en kunnen ze zichzelf onderscheiden. Door de reststromen van onder andere wortels van hun akkerbouwbedrijf in het kippenvoer te gebruiken, zetten ze naar eigen zeggen een goede stap in de richting van kringlooplandbouw.
Omringd door akkerbouwbedrijven staat in het buitengebied van Swifterbant (FL) het vleeskuiken- en akkerbouwbedrijf van Johan (29) en zijn moeder Annelien (57) Leenders. „Flevoland is altijd bedoeld geweest voor landbouwproductie", vertelt Johan. „Maar de beleidsmakers waren bang voor de veehouderij met als gevolg dat intensieve veehouderij hier geen hoofdtak mag zijn. De bedrijven zijn daarop ingedeeld zodat de akkerbouw de hoofdtak is en de kippen een neventak moeten blijven. De gemeente heeft dat vastgesteld op een maximaal te houden oppervlakte van 3.500 vierkante meter staloppervlak, inclusief voerhok en kantoor. Daar zitten we nu een paar vierkante meter onder.” Johan en zijn moeder Annelien houden in twee identieke stallen 35.000 vleeskuikens volgens het 1 ster Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming. Daarnaast hebben ze 50 hectare akkerbouw, die momenteel omgeschakeld wordt naar bio. De combinatie tussen akkerbouw en kippen blijkt een hele goede bedrijfsstrategie te zijn. De familie houdt echter sinds dit jaar ook vleeskuikens volgens haar zelf ontwikkelde kipconcept: het Oranjehoen. De kuikens krijgen restproducten uit de akkerbouw gevoerd. Door het aangepaste voer is de smaak van de kip anders.
Uitbreiden onmogelijk
De ondernemende Johan is de derde generatie die op het gemengde bedrijf in Swifterbant boert. Zijn opa vestigde zich hier vanuit Drenthe. Zijn ouders zetten de akkerbouwtak voort en in 1997 verruilde Annelien de politiek voor kippen. Ze bouwden in 1997 hun eerste vleeskuikenstal. In 2014 verdubbelen ze de vleeskuikentak met een identieke stal. „De kippen vormden een gouden combinatie met de akkerbouw", legt Annelien uit. „De granen en het stro konden voor de kippen gebruikt worden en de mest kon altijd op het eigen land geplaatst worden. De 35.000 kippen werden destijds op ruim 1.300 vierkante meter gehouden. De neventak voorzag goed in de mestbehoefte van de akkerbouw en zorgde voor een welkome aanvulling op ons inkomen.”
De familie was in 2009 een van de eerste die Gildehoen-kuikens hield en later de Nieuwe Standaard Kip. Toen Johan besloot om de boerderij te willen voortzetten, is besloten om er een stal bij te bouwen. De dieraantallen bleven gelijk, maar het oppervlakte verdrievoudigde. De uitloop was ook op het juiste moment klaar om over te schakelen naar de 1 ster Beter Leven-kip. Tussen beide stallen had Leenders in 2014 een overdekte uitloop gebouwd omdat ze, als de markt erom mocht vragen, op die manier alle concepten konden bedienen.
'Concept moet zich ontwikkelen'
Johan: „De eerste drie jaar ontving je voor Beter Leven-kip een beetje extra per kilogram. Dat maakte de overstap aantrekkelijker.” Na drie jaar stopte de extra vergoeding. Johan baalt daarvan. „Die extra centen hebben we nodig om het concept en de boerderij verder te ontwikkelen. Het Beter Leven-keurmerk is al een paar jaar hetzelfde. Ik vind dat concepten zich moeten ontwikkelen, maar alleen met eisen als de boer daar een eerlijke marge voor krijgt. Er komen straks eisen voor fijnstof en wellicht stikstof. Daar wil ik graag aan voldoen. Dan heb ik wel een meerprijs nodig om die kosten te dekken en te zorgen voor bedrijfscontinuïteit. Ik wil nog graag veertig jaar doorgaan met de boerderij.” In de afgelopen jaren vroeg Johan zich regelmatig af wat ze nog meer konden doen om hun bedrijf verder te ontwikkelen. „We kunnen niet meer uitbreiden in vierkante meters. Dus moeten we ons onderscheiden, zodat onze vierkante meterprijs omhoog kan. Zeker met het oog op de noodzakelijke investeringen in de toekomst.”
Oranjehoen
Na eerst al jaren verschillende concepten op de boerderij te hebben gehad, wilden ze hun eigen concept ontwikkelen. Samen met ForFarmers en Esbro gingen zij aan de slag. De unieke situatie van de boerderij met akkerbouw, kippen en reststromen zou hierbij het uitgangspunt worden. „Zo hebben we gekeken hoe de kringloop nog meer gesloten kon worden met reststromen van ons eigen bedrijf maar ook uit de buurt", vertelt Johan verder. „Dat was op het moment dat Carola Schouten kwam met de kringlooplandbouw en onze akkerbouwtak omgeschakeld zou worden naar de bio.” Stromen uit de akkerbouw gebruikte Leenders altijd al voor zijn kuikens, maar door te kijken wat er in de buurt beschikbaar was, is er meer in het rantsoen toe te passen. „De Flevopolder is het ‘akkerbouwwalhalla’ van Nederland met een enorme variëteit aan producten. Melkveehouders voeren veel natte restproducten zoals bierborstel aan hun koeien. Ook in de varkenshouderij is het voeren van restproducten gebruikelijk. Waarom in de pluimveehouderij dan niet”, vroeg Johan zich af. „Neem bijvoorbeeld de wortelen, daar zit altijd tarra aan", vult Annelien aan. „Die afgekeurde kilo’s krijgen we niet betaald, maar worden vervolgens wel door de afnemers gebruikt in bijvoorbeeld veevoer.” Alieke Leenders, de jongste telg van de familie, had al eens een stage gedaan naar het valoriseren van wortelreststromen. Dat bracht de familie op het idee om dit te gebruiken als voeding voor de kippen.
Zo was het mogelijk om de kip anders te laten eten en een nieuw verhaal te maken voor het Oranjehoen. Een verhaal dat overigens verder gaat dan alleen het voer. Het voer komt van het Europese platteland en is door Leenders ontwikkeld samen met zijn voerfabrikant ForFarmers. De ster van de Dierenbescherming blijft erop. De kleur en smaak van het Oranjehoen zijn anders en de boerderij is zelfvoorzienend in zijn elektra. De extra prijs vraagt volgens Johan namelijk ook een verplichting; een verplichting om het over twee jaar beter te doen dan nu. Dit kan op het gebied van dierwelzijn maar ook op milieu zijn.
Malser en sappiger
Na iedere proef bracht hij zijn kip naar een bevriende chef-kok in een plaatselijk restaurant om te testen of de smaak ook echt anders was. Dat bleek gelukkig zo te zijn. „Het Oranjehoen is malser en sappiger en daardoor echt anders van smaak”, zegt Johan. De familie verkoopt alleen hele of opgedeelde hele kip vanwege de vierkantsverwaarding. Daar moesten en moeten restaurants, consumenten en andere afnemers aan wennen. „Het beste kun je onze kip in de oven grillen. De volgende dag kun je de reststukjes kip door de bami doen en kippensoep trekken uit het karkas”, vertelt Annelien. „Kippensoep is erg gezond. Wanneer je vroeger griep had, adviseerde de huisarts om kippensoep te eten. Die oude wijsheid geldt nog steeds. Doordat onze kip een rijker voer krijgt, is de kippensoep van het Oranjehoen anders en smaakvoller”.
Nadat Johan en zijn moeder de afgelopen anderhalf jaar veel tijd in het Oranjehoen staken, is het concept nu klaar: „Een aantal restaurants verkoopt onze kip en ze ligt ook bij de plaatselijke slager. De online actie van ‘koop een kip’ gaf een echte doorbraak. De verkoop liep storm. Dat hadden we wel gehoopt, maar niet verwacht.” Johan is ook in gesprek met andere bedrijven. „Indien zij voor ons Oranjehoen kiezen, neemt de verkoop serieuzere vormen aan. Nu hebben we nog een ronde 1 ster Beter Leven-kuikens opgezet. Voor in het nieuwe jaar zijn de eerste twee rondes Oranjehoen al wel geregeld en kunnen we gelukkig weer door. De kip is binnenkort weer online te koop.”
'Reststromen in het voer verwerken, is niet eenvoudig'
Het verwerken van reststromen uit de akkerbouw in het mengvoer was minder eenvoudig dan Johan aanvankelijk dacht. „Alle grondstoffen in het veevoer moeten GMP erkend zijn.” De jonge vleeskuikenhouder moest, om die erkenning te krijgen, hier heel veel tijd in steken. „Ik ben blij dat mijn voerfabrikant ForFarmers mij hier mee hielp.” Zo liet hij wortels en andere reststromen onderzoeken in een erkend laboratorium. Vervolgens kwam er ook nog een stapel papierwerk op hem af. „Ik ben opgelucht dat dit nu allemaal geregeld is. Als ik achteraf had geweten hoeveel tijd dit zou kosten, was ik er misschien wel nooit aan begonnen.” Toch zijn hij en zijn moeder nog steeds enthousiast over hun eigen kipconcept. „Ik heb ons verhaal verteld op belangrijke horeca- en foodbeurzen. Voordat ik mijn presentatie had afgesloten, kwamen er al aanvragen binnen. Dat geeft je enorm veel energie.” Hun Oranjehoen is een andere lijn dan de 1 ster Beter Leven-kip. „Dat wilde ik. Het moest echt onderscheidend zijn, ook qua lijn. Het verenpakket van het Oranjehoen heeft allerlei kleuren. Dat vind ik mooier dan alleen wit en past bij ons concept.” De kippen krijgen ook ander voer. Hoe de samenstelling er uitziet, wil Johan uit concurrentieoverwegingen niet zeggen. „Dat is het geheim van de smid. Mede dank zij de voersamenstelling zijn we onderscheidend.”
Bedrijfsgegevens
Johan (29) en zijn moeder Annelien (57) Leenders houden in Swifterbant (FL) in twee identieke stallen 35.000 vleeskuikens volgens het 1 ster Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming. Daarnaast hebben ze 50 hectare akkerbouw. Momenteel schakelen ze over van regulier naar biologisch. Ze ontwikkelden de afgelopen twee jaar hun eigen kipconcept, het Oranjehoen, dat ze nu uit willen rollen. Johan werkt tevens 38 uur per week als adviseur biologische akkerbouw.
Dit verhaal is het resultaat van een samenwerking tussen Agrio en het Ministerie van LNV en kan eerder zijn gepubliceerd in een of meerdere uitgaven van Agrio. Op het gebruikte beeld rust copyright.