Misschien heb je er ooit eens van gehoord, een herenboer. Volgens de Dikke Van Dale is een Herenboer een rijke boer die voldoende kapitaal heeft om het werk op zijn land door personeel te laten uitvoeren. Herenboeren zijn in dit verhaal burgers die samen eigenaar zijn van een boerderij, een Herenboerderij. Een Herenboerderij is een duurzame, kleinschalige boerderij van ongeveer twintig hectare. De burgers nemen een boer in dienst die zorgt voor de groente, het fruit en de dieren. Samen streven ze naar een kleine kringloop met zo min mogelijk input van buitenaf.
Er zijn nu twee draaiende Herenboerderijen in Nederland. Herenboerderij Wilhelminapark in Boxtel en Herenboerderij Groote Modderkolk in Loenen. Naast deze twee draaiende boerderijen zijn er door heel Nederland stichtingen en coöperaties opgericht ter behoeve van de realisatie van een Herenboerderij. Er zijn dus nog veel meer Herenboerderijen in aantocht.
De burgers
De burgers zijn de belangrijkste schakel binnen de Herenboerderij. Samen zorgen ze voor de financiering en beslissen samen met de boer wat er in het teeltplan komt. Ze zijn letterlijk mede-eigenaar van het bedrijf. Die mede-eigenaren bestaan uit ongeveer honderdvijftig tot tweehonderd gezinnen. De gezinnen hebben allemaal een eigen motivatie om Herenboer te zijn. Sommige gezinnen vinden het leuk en goed om mee te werken aan een nieuwe vorm van landbouw. Anderen hebben kinderen en vinden het belangrijk om die kinderen te laten zien waar voedsel vandaan komt. Maar toch hebben alle leden één ding gemeen, ze hechten waarden aan duurzaam, biologisch en gezond voedsel.
Herenboeren is echt een community. Een Herenboerderij is de plek waar mensen samenkomen, waar ze elkaar en de boer spreken en waar nieuwe vriendschappen en mooie initiatieven ontstaan. Zo worden recepten uitgewisseld, vinden er inspirerende workshops en lezingen plaats, worden er leuke kinderactiviteiten georganiseerd en rondleidingen gegeven. Herenboerderijen leveren een bijzondere bijdrage aan de sociale cohesie. Zo wordt eenzaamheid tegengegaan, draagt het bij aan gezondheid en aan het herstel van het landschap en biodiversiteit.
Douwe Korting, lid van het bestuur van Herenboerderij Wilhelminapark, is lid omdat hij er simpelweg in gelooft. “Dit is geen ‘Ot & Sien boerderij’. Deze vernieuwende, maar toch ook traditionele manier van voedselproductie, heeft zoveel in zich; meer dan we nu kunnen overzien denk ik.”
Douwe Korting: “Dit is geen Ot & Sien boerderij”
Hoe werkt dit systeem financieel?
Je vraagt je vast af, waar komt het geld vandaan om een Herenboerderij te laten draaien? Allereerst is er geld nodig om de boerderij op te zetten. Denk hierbij aan het plaatsen van hekken, palen en rasters, het verbeteren van de bodem en het optimaliseren van de waterhuishouding. Hier is gemiddeld vierhonderdduizend euro voor nodig. Dit geld wordt bij elkaar gebracht door alle gezinnen die lid zijn van de Herenboerderij. Ze leggen allemaal eenmalig tweeduizend euro in voor de opstart en zijn daarmee mede-eigenaar.
Een ander deel van het kostenplaatje zijn de terugkerende exploitatiekosten. Denk aan de jaarlijkse pacht, het salaris van de boer en de eventuele externe arbeid, het zaai- en plantgoed, de dieren en het diervoer. Deze kosten worden gedeeld door de monden die van de boerderij eten. Hoeveel dat precies is, wordt jaarlijks vastgesteld. Voor een volledig pakket met groente, fruit, eieren en vlees betaalt iemand ongeveer vijfenvijftig euro per maand. Vegetariërs ongeveer dertig euro per maand.
Alle kosten van de Herenboerderij worden dus gedragen door de leden. Zo is een Herenboerderij een op zichzelf staand systeem zonder afhankelijk te zijn van subsidies, banken of andere geldschieters.
Een heel nieuw perspectief
Een Herenboerderij is een heel andere manier van landbouw en ondernemen dan we kennen binnen een ‘doorsnee’ boerderij. Voor een boer kan dit systeem een uitkomst zijn. Alle risico’s worden uit handen genomen. De boer is alleen nog maar bezig met het boerenvak, het ondernemerschap (in de klassieke zin van het woord) en alle bijkomstige activiteiten worden gedragen door de leden. De leden krijgen de producten die ze wensen en de boer van een vast inkomen. “Herenboerderijen kunnen zo een heel nieuw perspectief bieden aan de Nederlandse landbouw en het leven van de boer.” Aldus Douwe Korting.
De toekomst
In theorie zou heel Nederland kunnen gaan leven van Herenboerderijen. Maar in de praktijk zal dit natuurlijk niet gaan. Want naast dat niet iedereen bereid is mee te doen, is het vinden van een geschikte boer voor een Herenboerderij ook erg ingewikkeld. Een Herenboer moet van alle markten thuis zijn en zorg kunnen dragen voor verschillende groenten, fruit en dieren.
Douwe Korting: “De toekomstplannen zijn voor elke Herenboerderij weer anders, omdat de leden hier zelf beslissingen over maken. Maar als ik nu zou nadenken over wat Herenboeren voor de Nederlandse landbouw zou kunnen betekenen in de toekomst, zou het nog wel een grote impact kunnen hebben. Wanneer er veel meer Herenboerderijen zijn, zou het systeem er heel anders uit kunnen zien. Misschien is er dan wel een bezorgservice mogelijk, die elke week verse producten bij de leden brengt. Of zijn er Herenboeren supermarkten.”
Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.
Publicatiedatum op deze site: 02 januari 2020