Dénis Mulders pioniert met mengteelt

In het Noord-Brabantse dorp Haaren is het familiebedrijf Mulders B.V. gevestigd. In 1960 is het bedrijf opgericht door Dré en Nel Mulders. Dénis Mulders heeft bedrijf overgenomen van zijn vader, waar hij samenwerkt met zijn twee zonen en twee broers. Dénis heeft in de loop der jaren een groot arsenaal aan (monster)machines verzameld en heeft zich gespecialiseerd in precisielandbouw. Daarnaast doet het bedrijf aan ‘cultuurtechniek’, dat is een techniek die van belang is bij het in cultuur brengen en houden van landoppervlakken. Zo verplant Dénis met de zogeheten ‘verplantmachine’ grote bomen door heel Nederland. Niet alleen op technisch vlak is Mulders een voorloper: ook heeft hij groene vingers en wil hij vernieuwen op gebied van kringlooplandbouw. Daarom is hij begonnen met een proef van mengteelt.

Beeld: ©Daniela Haverkamp
Kluitenbak

Precisielandbouw

Als een van de eerste is Dénis in 2008 is begonnen met het werken met GPS-systemen. De machines die hij verhuurt aan agrarische ondernemers zijn voorzien van een GPS-systeem en worden gebruikt voor onder andere het zaaien, het uitrijden van mest en sectiecontrol. Deze laatste betekent dat de GPS ervoor zorgt dat er geen overlap meer is bij het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast staat er op het bedrijventerrein een monsterapparaat (vredo mestinjecteur) met een ‘NIR-sensor’. Deze sensor maakt precisiebemesting mogelijk. Door het plaatsen van deze NIR-sensor op de giertank kan de hoeveelheid van elementen als stikstof, fosfor, kalium of ammonium op het real time bepaald worden. Tijdens het vullen meet de sensor door middel van infraroodstralen de inhoud van de mest en is daarom accurater dan de gangbare metingen. Het nadeel van de NIR is wel dat deze sensor nog niet wettelijk erkend is door RVO en de boer daarom er (nog) niet voor wil betalen.

Mengteelt

De stokbonen groeien midden in het veld om de maïs heen en dat geeft niet alleen een bijzonder gezicht, maar geeft ook veel voordelen voor boer en natuur, volgens Dénis. Zo heeft maïs veel zetmeel van zichzelf, maar minder eiwit dan gras. Eiwit wordt door de stokbonen aangevuld, zodat  er eiwitrijk veevoer ontstaat. Ook kunnen beide gewassen gezamenlijk geoogst worden en kan de opbrengst direct aan het veevoer worden toegevoegd. Hierdoor is er minder grond nodig voor het oogsten van voer voor de koeien en hoopt Dénis dat er minder soja nodig zal zijn uit de Verenigde Staten en kan de kringloop een stuk dichterbij het eigen bedrijf gesloten worden.

Beeld: ©Daniela Haverkamp

Een bijkomend voordeel van de stokbonen, is dat deze plant stikstof uit de lucht opneemt en opslaat in een ‘stikstofballetje’ in de grond. Dit balletje, dat naar zweetvoeten ruikt, komt in het voorjaar vrij als voeding voor de volgende oogst. Tussen de stokbonen en maïs laat Dénis ook gras groeien als bodembedekker. Dat gras zorgt ervoor dat de stikstof uit de stikstofballetjes minimaal uitspoelt. Dat betekent meer voeding voor de plant en minder stikstof in de lucht!

Het combineren van de twee gewassen is wel moeilijker dan het telen van maïs alleen. Zo moet eerst de maïs gezaaid worden en pas twee dagen later de stokbonen. Dit vergt een hoge mate van precisie. Volgens Dénis wegen de voordelen op tegen de hogere kosten en heeft hij al een aantal veehouders die zijn product afnemen. Hij is trots dat hij met zijn kennis en ervaring Nederland een stapje dichterbij kringlooplandbouw kan brengen en hij wil in de toekomst nog meer pionieren.

Publicatiedatum op deze site: 16 september 2020

Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.