Boer Ruud bewijst dat het kan

Twee broers, twee gezinnen, runnen de varkenshouderij. “Ja, het kost allemaal zoveel tijd, dat doe je echt met het hele gezin”, aldus Ruud van Dijck, ook bekend als ‘Boer Ruud’. Samen met broer Peter de drijvende kracht achter een bloeiende varkenshouderij in het Noord-Limburgse Oirlo.

Nergens in ons gesprek slingert Ruud met termen als ‘circulair’, ‘duurzaam’ of ‘kringloop’, maar in alles heeft hij deze begrippen wel ver doorgevoerd op het bedrijf. Hij doet zijn handel regionaal, gebruikt zo min mogelijk niet-natuurlijke ingrediënten voor zijn varkensvoer, praat wel veel over reststromen en is oprecht druk met het welzijn van zijn varkens.

Boer Ruud en broer Peter
Beeld: ©Boer Ruud

'Gezonde en gelukkige varkens is niet alleen voor de dieren beter, ik ben ervan overtuigd dat wij er ook beter vlees van op ons bord krijgen'

En dat in een veranderende wereld, waarin de manier waarop wordt gewerkt steeds belangrijker wordt, voor zowel boer als consument. "Mijn vader had het al snel door. Die begon in 1984 als een van de eerste varkenshouders te werken met vloeibare reststromen. Biergist uit een brouwerij en overblijfselen uit de graan- en aardappelverwerking. Perfect voor de varkens. Een echte pionier”, stelt zoon Ruud trots. Vanaf 2013 zet Ruud de koers van zijn vader niet alleen voort, hij zet er zelfs vol op in: “er kwam in die tijd weinig initiatief bij overheid en afnemers vandaan, dus we moesten het echt zelf bedenken en doen”. En dat lukt goed. Ruud ontwikkelt zijn filosofie verder en weet inmiddels zo’n 95% van de eiwitbehoefte van de dieren uit reststromen te halen. Denk hierbij aan zuivel, TGC, biergist en bierbostel. Dat betekent veel minder gebruik van de daarvoor normaliter gebruikte en uit Brazilië afkomstige soja.

Couperen of een mooie lange staart

Een steeds kleiner wordende ‘voetafdruk’, wordt dat genoemd in de kringloopwereld. Toch gaat het de varkenshouder vooral om het dierenwelzijn, ook gezien het project met varkens met lange staarten. Dat draait om het niet langer couperen van de varkensstaarten. Dat wordt gedaan, omdat varkens in gevallen van onvrede, angst of stress de neiging hebben elkaars staart aan te vreten. Niet fraai. Door niet te couperen, legt een varkenshouder zichzelf dus de druk en verplichting op een stressvrije en vredige omgeving voor zijn varkens te creëren. “we hebben een klein studieclubje gevormd, waarin we de goede en slechte ervaringen met elkaar delen. En we worden ondersteund vanuit Wageningen, fokkerijorganisatie, dierenartsen en voerleveranciers.” 

Het doel is varkens een gezonder en beter leven te bieden, en dus een mooie, lange krulstaart

“Het betekent meer arbeid voor ons, meer zorg, dus ook hogere kosten. Maar de financiële compensatie blijft vooralsnog uit”. Een gecoupeerd varken of een varken met een lange staart, er is dus geen verschil in opbrengst voor de varkenshouder. “Toch vind ik het belangrijk hierbij betrokken te zijn, ik wil de kar helpen trekken samen met de andere boeren in deze groep. Echter de rest van de keten heeft dit nog niet hoog op haar prioriteitenlijst staan. Retail of horeca in Nederland kiezen voor massa is kassa, dit remt de voorlopers in de veehouderij af. De marges in de varkenshouderij zijn minimaal en staat dus verdere verduurzaming in de weg. Dus ook hiervoor geldt: pionieren en bedreigingen omzetten in kansen.

Overigens zijn er een paar varkenshouders die hun vlees via Duitsland in Zweden aan de man brengen, en dáár wordt wél meer betaald voor een lange staart. Er is dus zeker nog hoop.

Stempels

Andere kosten die Ruud pas later gaat maken, zijn investeringen in het volledig soja- en antibioticavrij maken van de varkens. “We zijn nagenoeg sojavrij en gebruiken alleen antibiotica als een dier zich blesseert. Als je dat 100% weet uit te bannen, krijg je een mooi stempel, maar dat laat ik voor nu even liggen”, is Boer Ruud duidelijk. “Die laatste maatregelen kosten vrij veel geld, dus dat doe ik eventueel als ik bijvoorbeeld met een retailer in zee ga. Dan wil ik daar budget voor vrijmaken. Voor nu komen die investeringen gewoon niet uit”.

Boer Ruud infogrpahic v2
Beeld: ©Boer Ruud

Toekomst

Ondertussen draait Ruud gewoon door. Er is een regionale kringloop gaande, met reststromen uit de buurt, die voor ruim 70% verantwoordelijke zijn voor het varkensvoeder. Een onderscheiden topslager is verantwoordelijk voor de laatste stap naar de consument.

'We zijn er inderdaad trots op. Het werkt en het brengt mensen dichter bij ons bedrijf, omdat het allemaal zo dichtbij elkaar ligt'

Die daarnaast ook zijn bedrijf openstelt voor groepen mensen, klassen of politieke partijen, “ik geef dan een rondleiding, dat vind ik leuk. Al probeer ik het wel te bundelen, er moet tenslotte ook gewerkt worden”, lacht hij.

Ruud zit op de goede weg, maar er is nog genoeg te verbeteren. “Ik ben de laatste 5 á 6 jaar in gaan zien dat de Nederlandse veehouderij van ontzettend hoog niveau is, echter ook weinig onderscheidend. In een ‘race to the bottom’ zijn we speelbal van onze afnemers, we zijn de zwakste schakel in de keten. Daarom is er voor een andere koers gekozen, echter zolang het conventionele varkenshouden nog steeds het minst slechte verdienmodel is, is het af en toe lastig uit te leggen waarom ik hier toch aan begonnen ben.” Twijfels zijn er dus voldoende, en soms is afwachten misschien even gepast: “retailers kennen me inmiddels wel, maar zijn nog niet zo happig. Ik laat het nu even bij hen liggen”. Onder andere door middel van projecten met de HAS Hogeschool (in Den Bosch) en het label (of keurmerk) ‘Lekker in Limburg’ werkt Ruud verder aan zijn processen, producten en idealen. “Ik wil laten zien wat ik allemaal doe. Dit is een veehouderij waar niemand wat op tegen kan hebben”, zegt Ruud. Erkenning, trots en hoop vechten om voorrang. Maar ook tevredenheid: “mijn wereld is zoveel groter geworden door deze manier van werken. Nieuwe mensen leren kennen, veel nieuwe kennis opgedaan. Ik ontwikkel me enorm en ben alleen daardoor al een rijker mens. Nu nog de financiële genoegdoening”. De knipoog met serieuze ondertoon is niet te missen.

Publicatiedatum op deze site: 30 september 2019

Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.