Veldleeuwerik-telers willen grip op klimaatcijfers

Verspreid over Nederland houden akkerbouwers zich onder de vlag van Stichting Veldleeuwerik bezig met duurzaamheid. Minimaal vijf keer per jaar ontmoeten deze telers elkaar in kleine groepen. De kracht zit hem vooral in het onderling delen van ervaringen, maar er zijn ook ontmoetingen buiten de eigen groep, zoals centrale kennisbijeenkomsten, symposia en velddemonstraties. Veldleeuwerik wil zich de komende jaren nog meer gaan richten op klimaatneutraal boeren, minimale emissies en verrijking van het landschap voor natuur en burger.

Afnemers en overheid gaan ook de akkerbouwsector beoordelen op hun klimaatprestaties. Maar welke invloed hebben teeltbeslissingen eigenlijk op de emissies van broeikasgassen? Een afvaardiging van de NAV praatte Veldleeuwerik-telers bij, tijdens een kennisbijeenkomst over dit thema. „Wat goed is voor de bodem, is ook goed voor het klimaat.”

Minder vlees eten en zorgen dat veenweides niet verder wegzakken. Als er landbouwnieuws is uit het klimaatakkoord, dan gaat het meestal over de veehouderij. Toch worden er ook van de akkerbouw inspanningen verwacht op gebied van het klimaat. Keimpe van der Heide van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) weet daar alles van. Hij is één van de sectorvertegenwoordigers die de afgelopen jaren in werkgroepen van de klimaattafel Landbouw & Landgebruik heeft meegepraat.

Vandaag geeft hij een inkijkje aan de vijftien Veldleeuwerik-deelnemers die naar Lelystad zijn gekomen voor een kennisbijeenkomst over klimaat. „De landbouw draagt voor elf procent bij aan broeikasgasemissies en daarvan wordt de helft veroorzaakt door dieren. Dus onze bijdrage in het geheel is niet groot. Wel ondervinden we als één van de eersten de gevolgen van klimaatverandering. Afgelopen jaar werden er eerst flink wat aardappels overgepoot vanwege natschade, daarna kwam de droogte. De extremen worden groter”, aldus Van der Heide.

De NAV heeft een speciale werkgroep klimaat, die zich met het onderwerp bezighoudt en die ook aan de cijfers rekent. Dat is interessant voor de Veldleeuwerik-deelnemers, omdat klimaat één van de speerpunten is waar de duurzaamheidsclub zich de komende jaren op wil richten.

Het doel van Veldleeuwerik is om klimaatneutraal te telen, al is dat een nogal ambitieus streven, vindt akkerbouwer Jasper Roubos uit Abbenes, gastheer van de Bayer Forward Farm en Veldleeuwerik-deelnemer. Hij woonde al vaker lezingen bij over het onderwerp. „Klimaatneutraal worden is lastig, omdat de sector al veel maatregelen neemt die goed zijn voor het klimaat, zoals een goede zorg voor de bodem.” Extra stappen vindt hij prima, maar goede landbouwpraktijk moet wel op nummer één blijven staan.

Studieclub Veldleeuweriktelers
Beeld: ©Agrio / Egbert Jonkheer

Niet poken in het vuurtje

De opdracht die de landbouw van de overheid heeft meegekregen, is om van de 48,7 miljoen ton CO2 die er minder moet worden uitgestoten, 3,5 miljoen ton voor haar rekening te nemen. Dat is de glastuinbouw, veehouderij en open teelten bij elkaar opgeteld. Voor landbouwbodems zou dat ongeveer 0,5 miljoen ton reductie betekenen en dat is omgerekend zo’n 600 kilogram per hectare, rekent Van der Heide zijn gehoor voor.

Klimaatvriendelijker telen kan onder meer via minder intensieve grondbewerking, een ruimer bouwplan, meer groenbemesters en vaker gebruikmaken van organische reststromen. „Meer organische mest betekent minder kunstmest, dat bij de productie voor veel uitstoot zorgt. Maar we lopen door de fosfaatwetgeving al snel tegen grenzen aan. Daarom willen we graag met pilots laten zien wat er mogelijk is. Met de huidige wetgeving lukt het in ieder geval niet om meer te doen met dierlijke mest”, zegt Van der Heide stellig.

De grootste klap om minder broeikasgas uit te stoten, zijn maatregelen die meer organische stof in de bodem houden. Minimale grondbewerking is daar een voorbeeld van. NAV’er Klaas Hoekstra verwoordt het zo: „Het is net als met een houtkachel. Hoe meer je er in ompookt, hoe harder het brandt. Ook met roeren in de grond breng je zuurstof in de bodem en dat versnelt de afbraak van organische stof.” Bij de afbraak komt ook nog eens lachgas vrij, een sterk broeikasgas dat maar liefst 298 keer zo zwaar meeteelt als CO2. Hoekstra ziet dan ook veel heil in niet-kerende grondbewerking en ecoploegen.

Albert van Kooten, akkerbouwer in Nieuw-Vennep, vraagt zich hardop af of de waarde daarvan niet overschat wordt: „Het werkelijke resultaat verschilt heel erg. Onder welke omstandigheden ploeg je? Iets dieper ploegen hoeft niet erg te zijn. Sterker nog, als je sporen hebt, werk je ze meteen weg. Terwijl je bij minder diep ploegen twee bewerkingen nodig hebt.”

Cool Farm Tool

Om te kunnen zien hoe zwaar teeltmaatregelen doortikken in de klimaatprestaties, is door een universiteit in Aberdeen de Cool Farm Tool ontwikkeld. Deze applicatie berekent op basis van bouwplan, bewerkingen en inputs als meststoffen, brandstof en gewasbeschermingsmiddelen een CO2-balans.

Meerdere landen, waaronder Nederland, gebruiken deze tool en hebben de inhoud ervan laten vertalen.

Aleid Dik van de NAV neemt de zaal aan de hand van een rekenvoorbeeld mee door het programma. Als voorbeeld neemt ze het bedrijf van Hoekstra en laat zien wat er gebeurt als je aan de knoppen gaat draaien. Gewasrestenbeheer, al dan niet ploegen, het telen van een groenbemester: de effecten ervan op de lange termijn worden meteen zichtbaar. Het kiezen voor minimale grondbewerking brengt in het voorbeeld de broeikasgasemissies met de helft terug. Ook het telen van groenbemesters tikt zwaar aan. Opgeteld kunnen ze zelfs een netto opslag van koolstof in de bodem betekenen.

Ook het in het bouwplan opnemen van een vlinderbloemig gewas zet zoden aan de dijk, laat een ander voorbeeld zien. Dat heeft alles te maken met de lage input van stikstof. Een lager gebruik van gewasbeschermingsmiddelen heeft niet zoveel effect, zeker niet als daarmee aan opbrengst ingeleverd wordt.

De makers van het programma maken dan ook geen onderscheid in welke middelen er precies gebruikt worden.

Af en toe roept het programma vragen op, omdat bepaalde cijfers niet overeenkomen met de Nederlandse omstandigheden. Het programma is ook niet bedoeld om heel precieze, absolute cijfers boven water te halen. Maar in grote lijnen geeft het wel een beeld hoe zwaar keuzes doortikken. „Ga er eens een middag mee stoeien. Dan zie je wat de effecten zijn”, adviseert Dik.

Een gelegenheid daarvoor staat al op de rol. De Veldleeuwerik-telers kunnen het binnenkort voor hun eigen situatie nog eens overdoen, tijdens een rekensessie bij accountant Flynth, kennispartner van Veldleeuwerik.

„Valt zoiets ook te koppelen aan je bedrijfsmanagementsysteem?”, vraagt akkerbouwer Harry Schreuder uit Biddinghuizen zich af. Dat blijkt technisch niet mogelijk. Maar Klaas Hoekstra is het met Harry Schreuder eens dat het waardevol is om de gegevens op een eenvoudige manier met collega’s te kunnen vergelijken.

Koolstofcredits

Het gesprek gaat verder over de waarde van de tool. Inzicht is prima, maar dit soort cijfers moeten geen eigen leven gaan leiden, benadrukt onder andere Henk Noome, akkerbouwer in Biddinghuizen. „Het is gevaarlijk om je alleen op klimaat te richten. We hebben een voedselvraagstuk, een klimaatvraagstuk en een landbouwvraagstuk op te lossen. Wat goed is voor het één is dat niet per se voor het ander.”

Ook zijn er per bedrijf verschillen. Het schrikbeeld van de telers is dat er straks vanuit de overheid sterk gestuurd gaat worden, bijvoorbeeld naar niet-kerende grondbewerking. De NAV’ers zijn zich daarvan bewust. „Maar als je invloed wilt hebben, zul je je beweringen moeten kunnen onderbouwen”, zegt Hoekstra.

Dik vult hem aan: „Stel dat ook de Nederlandse regering straks glyfosaat wil gaan verbieden. Dan zullen veel niet-kerende telers weer terug moeten grijpen op ploegen. Dan kun je laten zien dat dit uit klimaatoogpunt geen goed idee is. We proberen juist duidelijk te maken dat alles met elkaar samenhangt. De tool is niet geschikt, en ook niet bedoeld, om telers ergens op af te rekenen.”

De tool kan bovendien helpen om akkerbouwers geld te laten verdienen met bijvoorbeeld het opslaan van koolstof in de bodem, via carbon-credits. Het CLM onderzoekt dit in een project samen met WUR en het Louis Bolk Instituut en gebruikt daarvoor de Cool Farm Tool. Boeren die netto koolstof vastleggen, zouden daarvoor beloond kunnen worden.

Keimpe van der Heide: „Met metingen in het veld kun je dat niet aantonen. Het duurt misschien wel een generatie lang voordat je het percentage organische stof in je bodem met één procent verhoogd hebt. Maar je kunt het wel berekenen.”

Klimaatbestendig

Een andere manier om de tool te gebruiken, is het aandragen van ideeën om boeren te belonen voor hun inspanningen. “Waarom zou je boeren die klimaatvriendelijk bezig zijn niet extra belonen?”, vraagt Van der Heide zich af. Daarbij denkt hij bijvoorbeeld aan een GLB-premie voor het telen van eiwitgewassen of het halen van meerwaarde uit de markt. Geen Beter Leven-kip maar een Beter Klimaat-aardappel dus. De NAV gaat hier de komende maanden over doorpraten met telers en afnemers. 

De belangrijkste conclusie van de middag is dat de dingen die goed zijn voor het klimaat in grote lijnen overeenkomen met teeltbeslissingen die goed zijn voor de bodem. Bijvoorbeeld de grond zoveel mogelijk begroeid houden en zo min mogelijk bewerken. Het zijn maatregelen waarmee bedrijven zichzelf weerbaarder maken tegen de toenemende weersextremen. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Natuurlijk is er altijd maatwerk nodig, maar voor extra kosten is Van der Heide niet zo bang: „Niks doen is waarschijnlijk duurder.”

Dit verhaal is het resultaat van een samenwerking tussen Agrio en het Ministerie van LNV en kan eerder zijn gepubliceerd in een of meerdere uitgaven van Agrio. Op het gebruikte beeld rust copyright.