Biologische boerderij ’t Schop

Jan van den Broek runt samen met zijn vrouw en zoon Boerderij ’t Schop. Samen hebben ze tachtig tot negentig koeien, beheren ze honderd tot honderdvijftig hectare natuurgebied en een halve hectare aan groentetuin. Ook hebben ze een biologische boerderijwinkel aan huis en worden er rondleidingen en kookworkshops op het erf gegeven.

In de jaren tachtig namen Jan en zijn vrouw de boerderij over van de vader van Jan. Al snel begonnen ze met de verkoop van eigen vlees in een winkeltje op het erf. Deze winkel is inmiddels uitgegroeid tot een ware biologische boerderijwinkel. Waar naast het vlees van eigen koe, ook groenten uit eigen moestuin en allerlei andere biologische streekproducten te verkrijgen zijn.

Toen de vader van Jan nog eigenaar was van de boerderij, wist Jan al dat hij het op een andere manier wilde aanpakken. En dat is gelukt. Van een gangbare boerderij, is Boerderij ’t Schop uitgegroeid tot biologische boerderij met een bijna gesloten kringloop. Het enige wat Jan aanvoert van buitenaf is één ton brokken per jaar voor al zijn koeien. Jan: “Vergeleken met collega-boeren is dat niets. Een reguliere boer voert ongeveer twee ton per koe per jaar aan.”

Workshops & rondleidingen

Boerderij ’t Schop heeft vergaderzalen en een grote keuken waar kookworkshops worden gegeven. Er zijn zeven koks die deze workshops verzorgen voor groepen tot zestig personen. De groenten voor de workshops halen ze zelf uit de groentetuin en uiteraard wordt er vlees van eigen koe gebruikt. Daarnaast worden er ook rondleidingen gegeven op de boerderij en door de natuurgebieden. Zo komen er jaarlijks elf tot twaalf duizend burgers op de boerderij.

Natuurgebieden

Jan beheert naast de boerderij ook tussen de honderd en honderdvijftig hectare aan natuurgebied. Samen met zijn runderen zorgt hij ervoor dat de graslanden binnen deze gebieden behouden blijven. Jan: “Als je niets doet en de natuur zijn gang laat gaan, is het hele gebied binnen vijf jaar een bos.” Om dat te voorkomen laat Jan zijn koeien grazen of maait hij het zelf om er vervolgens voer of strooisel van te maken.

Jan laat zijn koeien grazen op gronden die niet geschrikt zijn voor humane consumptie. Jan: “Denk aan veengronden of rivierdalen, die kunnen niet voor akker- of tuinbouw worden gebruikt. Maar mijn koeien vinden het er prima.” Het maaisel uit de natuurgebieden, gebruikt Jan als bodem in zijn potstal. Het mestmengsel dat vervolgens uit de potstal komt, wordt teruggebracht op het land van de natuurgebieden. Maar dit is niet zo eenvoudig als het lijkt. “De natuurgebieden hebben allerlei verschillende soorten gronden en condities, die allemaal een andere bemesting nodig hebben. Het bijhouden van natuurgebieden vraagt kennis. We boeren op deze manier samen met de natuur!”

“Boeren die niet bereid zijn te veranderen, schuiven de lasten op naar de volgende generatie.”

Irritaties

Dat er iets moet veranderen binnen de huidige vorm van landbouw is voor Jan geen verrassing. Jan: “De verandering is nodig, dat weten we allemaal. Boeren die niet bereid zijn te veranderen, schuiven de lasten op naar de volgende generatie.” Wat Jan dwars zit, is dat de termen kringlooplandbouw en natuurinclusief geen concrete definities hebben. “In nota’s wordt er met deze termen gestrooid, maar er wordt niets concreets genoemd. Het is een containerbegrip geworden dat mensen te pas en te onpas gebruiken. Er wordt vanuit de consument waarde gehecht aan deze termen, terwijl ze niets concreets vertellen over de boer of zijn producten. Iedereen kan zeggen dat hij natuurinclusief werkt, je hoeft niet te voldoen aan specifieke eisen en je wordt niet gecontroleerd.”

Daarom is Jan zelf een biologische boer geworden. “Biologisch is geen doel maar een middel dat bijdraagt aan het oplossen van de meeste problemen waarvan we ons steeds meer bewust worden. Zoals het verlies van biodiversiteit, dierenwelzijn, het stikstofprobleem, bodemvruchtbaarheid, noem maar op. Maar het belangrijkste: biologisch is een concreet gedefinieerd en onafhankelijk gecontroleerd systeem. Gebaseerd op een duidelijke visie.”

Wat Jan jammer vindt, is dat er veel aandacht en geld uitgaat naar natuurinclusieve boeren en kringloopboeren. “Wij merken dagelijks bij onze bezoekers dat ze geen idee wat het verschil tussen alle termen is. Voor een leek is het één pot nat. Veel bezoekers denken zelfs dat alles biologisch is wat rechtstreeks van een boerderij komt. Dat vormt voor boeren die natuurinclusieve steekproducten leveren en net iets onder de verkoopprijzen van biologische producten blijven, een makkelijk verdienmodel. Je zou het greenwashen kunnen noemen.”

Jan van den broek met runderen
Beeld: ©Boerderij 't Schop

Biologisch vlees kan problemen oplossen

Volgens Jan kan er veel stikstofuitstoot worden verminderd door biologisch te gaan boeren. Stikstof ontstaat namelijk alleen wanneer mest en urine worden gemengd, en dit gebeurt voornamelijk in een stal. Want koeien die in een wei lopen, plassen van nature op een andere plek dan waar ze poepen. Biologisch vee loopt gemiddeld tweehonderdvijf dagen in de wei, dit scheelt onwijs veel stikstofuitstoot ten opzichte van dieren die altijd in de stal staan. “Biologisch boeren zou een hele grote bijdragen kunnen leveren aan de oplossing van de stikstofcrisis.” Aldus Jan.

Publicatiedatum op deze site: 07 januari 2020

Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.