Arnold van Woerkom is geen man die wollige taal gebruikt. Of om zaken heen draait. Zo krijgt de overheid, met name het Ministerie van LNV, er in het gesprek danig van langs. Maar ook zijn collega-boeren zijn verre van foutloos. Het maakt een leuk en afwisselend gesprek, wat in de kern gaat over kennis, gezondheid, belangen en, uiteindelijk, heel veel opbrengsten.
Van Woerkom zit al zo’n veertig jaar in het vak. Veertig jaar nadenken over hoe je aardappel het beste groeit doet iets met een mens. Van Woerkom, aardappelteler uit Bant, Flevoland, is vooral overtuigd geraakt van het belang van een veelzijdige bodem voor het volledige aardappelen, groente, fruit-pakket. Voor hem is de kringloop simpel: gezondere bodem, maakt gezonder voedsel, maakt gezondere mensen, maakt enorme winst voor de samenleving. Daarbij schuwt hij ook de getallen niet: “uit rapporten blijkt dat je op deze manier zo’n 30 miljard aan zorgkosten kunt besparen”. Hippocrates zei 2500 jaar geleden al, “laat voedsel uw medicijn zijn en uw medicijn uw voedsel”.
Superfood
Bodemisch Food heet het concept van Van Woerkom, die het bedrijf met zijn familie runt. Het staat voor voedsel dat niet alleen voortkomt uit, maar ook is geïnspireerd dóór de bodem. Op de site van Bodemisch Food wordt het uitgelegd: “Door de bodem na de oogst te voeden met een mix van 15 zaden en het gewas tijdens de groei te vertroetelen met op maat gemaakte mineralenmengsels krijgen we er superfood met buitengewone eigenschappen voor terug.”
In de jaren zeventig van de vorige eeuw was er nog geen sprake van superfoods. Toen ging het nog gewoon over aardappelen. Het was wel de tijd dat Van Woerkom ging nadenken over zijn product en de houdbaarheid van het systeem waarin hij het produceerde. “Er gebeurde van alles in de sector. De consument kwam ‘ineens’ met allerlei eisen. Dat maakt wel even onzeker ja. Je moet gaan zoeken naar nieuwe wegen, mogelijkheden, verbeteringen,” aldus de ondernemer. Van Woerkom zoekt de samenwerking, in eerste instantie door gewoon het gesprek aan te gaan met zijn erfbetreders. Raakvlakken zoeken, kennis opdoen en delen. Het concept is voor de langzaam groeiende groep specialisten wel duidelijk: er moet integraal worden gekeken naar voedselproductie.
Rapport
Van Woerkom en zijn netwerk ontwikkelen zich, ook de wereld draait door en onderzoek vordert. Zo komt er begin jaren 2000 een Brits rapport uit. Het is een analyse van het voedselpakket van de Britten over de periode 1940 – 2002. “Er was een afname van voedingsstoffen van rond de 60%, een aantal nutriënten kwam zelfs 98% minder voor,” is Van Woerkom nog altijd verbijsterd. Hij loopt er weken mee rond, maar gaat dan te rade bij een bevriende professor aan de medische faculteit in Maastricht. Deze is bekend met het rapport, en de inhoud. Organen in ons lichaam die voedingstoffen te kort komen, raken in stress. Organen in stress functioneren niet optimaal en maken ons lichaam en geest ziek. “Tot chronische aandoeningen aan toe.” Hij legt Van Woerkom uit dat met name de voedingsindustrie niet alleen schuld heeft aan, maar zeker ook een belang heeft bij deze tendens. En, zoals Van Woerkom zijn letterlijke woorden voor de geest haalt, “de voedingsindustrie is geen promotor van deze kennis”.
"Wij hebben de oplossingen, maak er gebruik van!"
Maar Van Woerkom gebruikt het als zijn laatste zetje naar concrete nieuwe plannen, en in Bant gaat een ondernemer druk aan de slag met een nieuwe manier van voeding produceren: Bodemisch Food is geboren. Vanaf dat moment is het concept ook op te halen in de Flevopolder, Van Woerkom wil het liefst met zoveel mogelijk collega’s delen. Hoe meer, hoe beter: “ja, ik zie het liefst iedereen op deze manier werken, met grond, met voedsel, met zorg voor de gezondheid van de mensen die het eten.” Het is een van de oplossingen die, meent Van Woerkom, de voedselproducerende industrie klaar heeft liggen voor de huidige landbouw- en stikstofproblematiek. “Wij (het kennisnetwerk van Bodemisch Food. red) beschikken over zóveel kennis, maak er alsjeblieft gebruik van,” doet hij een pleidooi aan Minister Schouten. Want, zo is Van Woerkom duidelijk, “bij het ministerie zit onvoldoende kennis van zaken voor de problemen waar we voor staan,” om te vervolgen: “men is het contact kwijtgeraakt met de ontwikkelingen, zowel technisch als inhoudelijk.” Een vernietigend oordeel van de voedselproducent, die ook aangeeft wat hij dan wél de rol van de overheid vindt: “de politiek moet ons de drempel over helpen.”
De drempel die de akkerbouwer, maar ook al zijn collega’s in andere sectoren, over moeten stappen in de richting kringlooplandbouw, “vanuit de bodem in zijn natuurlijke balans,” vult Van Woerkom aan. En de drempel die de consument over zal moeten gaan, om veel actiever te kunnen gaan participeren in de beweging die moet leiden tot een veel sterkere en weerbare natuur. En, als we Van Woerkom moeten geloven, tot een veel sterker mens.
Publicatiedatum op deze site: 8 januari 2020
Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.