Jan Woudstra organiseert ontwerpsessies over voederhagen
Voederhagen en een tussenkalftijd van 550 dagen. Een productie van 10.000 kilo melk per koe per jaar, die Jan ook vast verwacht te houden nu hij omschakelt naar een biologische bedrijfsvoering. Je hoort het al, het bedrijf van Jan Woudstra is alles behalve standaard te noemen. Demonstratiebedrijf zijn, past dan ook goed bij deze innovatieve ondernemer, die graag andere boeren, jong en oud, inspireert.
“Eigenlijk komt het door mijn vrouw Johanneke”, biecht Jan Woudstra gelijk maar lachend op. Op de oprit stond een meterslange vangrail om ervoor te zorgen dat de pinken in de wei bleven. “Mijn vrouw wilde liever een veekerende haag. Nou vooruit, ik werk wel mee. Maar toen die haag er eenmaal stond, was ik toch ook enthousiast. Hij is maar driehonderd meter lang, maar ik sta er versteld van hoeveel leven daar ontstaat”, vertelt de jonge melkveehouder levendig. Het is niet bij deze haag gebleven. Inmiddels staan er meerdere voederhagen op het melkveebedrijf van Jan (40) en Johanneke (44) Woudstra in het Friese Menaldum. Een natuurlijke apotheek voor de koeien, als afrastering én een schuilplek voor vogels en tal van insecten. Met deze vorm van agroforestry willen de ondernemers graag andere boeren op weg helpen. “Vaak zijn boeren geïnspireerd, maar is het in de praktijk nog een hele stap om daadwerkelijk uit te zoeken welke bomen en struiken op het bedrijf passen”, merkt Jan. Daarom is Woudstra’s Pleats Demobedrijf Duurzame Landbouw. Als agrarisch ondernemer ben je welkom voor een agroforestry ontwerpsessie. “Je gaat hier weg met een compleet plan en een ingevulde bestellijst. Van de vijfentwintig boeren die hier een ontwerpsessie hebben gedaan, zijn er twintig direct gaan aanplanten”, vertelt Jan enthousiast.
Klaslokaal in de koeienstal
Familie Woudstra heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. In 2010 is het melkveebedrijf, vanwege de komst van een snelweg, verplaatst van Marssum naar Menaldum. Van 60 koeien gingen ze naar 120 melkkoeien met twee melkrobots. Omdat de koeien over het erf naar de wei moesten, bleven ze binnen. “Dat was lekker makkelijk, maar ik miste het weiden wel”, aldus Jan. Zijn weg als agrarische ondernemer is net als zijn bedrijf niet standaard. Na zijn MBO techniek besloot hij de Hogere Technische School te volgen, toen een combi-opleiding tot docent. “Ik kwam erachter dat ik het leuk vond om les te geven en kennis over te dragen”, blikt Jan terug. Na een aantal jaren werken in de scheepsberging in Rotterdam, trok toch de boerderij van zijn ouders. De zestig melkkoeien waren goed te combineren met een parttime baan als docent. Eerst in het VMBO, later in de loonwerk- en veehouderijklassen op het Aeres college in Leeuwarden. “Als je zelf boer bent, sta je bij deze jonge boeren al een-nul voor”, merkt Jan. Wel had hij moeite met de ‘achteroverhangmodus’, van de leerlingen. Omdat zijn melkveebedrijf vlak bij Leeuwarden is, sleept hij de leerlingen regelmatig mee naar zijn melkveebedrijf. “Het is veel leuker om direct de stal in te duiken als het gaat over bijvoorbeeld pensscore.” Daarom heeft Jan boven zijn melkrobots een heus klaslokaal gebouwd. Zijn baan als docent is opgezegd, maar wekelijks komen er nu verschillende groepen jongeren op het bedrijf om in de praktijk te leren.
Tip: loop stage bij een biologische boer
Er komt veel op agrarische jongeren af. Ook bij hen is de polarisatie zichtbaar merkt Jan, die graag de jeugd triggert. “Hoe lang gaan we nog kunstmest strooien?”, is één van de vragen die hij graag in de groep gooit. Het levert interessante discussies op. “De toekomstige boeren voelen ook dat de tijd verandert. Jan adviseert de jongens en meiden om ook eens op een biologisch bedrijf stage te lopen. Niet omdat iedereen biologisch zou moeten boeren, maar om uit je comfortzone te komen en van elkaar te leren. “Alle jongeren verwachten dat ze in de toekomst minder chemische middelen mogen gebruiken. Ontdek hoe biologische melkveehouders dat doen en leer daarvan”, geeft Jan als tip.
‘Ik ben trots op mijn tussenkalftijd van 550 dagen’
Regeneratieve landbouw
Op dit moment is Woudstra’s Pleats in omschakeling naar een biologische veehouderij. “Als je mij drie jaar geleden had verteld dat ik nu aan het omschakelen ben, had ik dat niet geloofd”, vertelt Jan zelfs. Het begon acht jaar geleden met een bodemcursus. Vanaf dat moment gaat het gebruik van kunstmest Jan tegenstaan, vanwege de impact op het bodemleven. Met kleine stapjes, onder andere door het gebruik van kruiden en klavers, gaat hij steeds verder terug in kunstmestgebruik. Concepten met een plus op de melk vragen om weidegang. Dan komt Jans techniekopleiding toch nog van pas. Met op afstand bestuurbare hekken weet hij in 2021 zijn erf zo in te richten dat de koeien toch weer kunnen weiden. Zijn werkwijze komt steeds dichter bij biologisch. “Mijn hoogproductieve Holsteins kan ik niet omschakelen naar een biologische bedrijfsvoering”, was de gedachtegang van Jan, die magere koeien zijn grootste nachtmerrie vindt. Als in 2022 de Albert Heijn-melkstroom van A-Ware vol is en hij hier niet bij kan aansluiten, verdiept hij zich toch nog eens in biologisch. “Ik kwam bij een andere biologische melkveehouder, die met Holsteins een hoge productie haalt. De koeien stonden te glanzen in de stal." Een akkerbouwer uit de buurt blijkt ook te overwegen om biologisch te worden. Een mooie kans voor een samenwerking. Dat is de laatste stap, waardoor Jan overstag gaat. In januari 2025 gaat hij zijn eerste biologische melk leveren. “Ik verwacht de productie op 10.000 kilo melk per koe per jaar te houden. Ik werk nu al grotendeels biologisch. Je moet de koeien gewoon goed blijven voeren. Daar is de Holstein op gebouwd en dat is belangrijk om ze gezond te houden”, is zijn overtuiging. Jan noemt zijn werkwijze op dit moment regeneratief. “Regeneratieve landbouw staat voor mij voor zoeken naar de balans tussen ecologie en economie. Zoveel mogelijk brengen, zowel bij je koeien als je land, want dan krijg je ook het beste terug.”
Woudstra’s Pleats Jan en Johanneke Woudstra, Menaldum 80 hectare grond in gebruik 120 melkkoeien, 50 stuks jongvee
Tussenkalftijd 550 dagen
Een productie van 10.000 kilo melk, een ureum van 15 en een tussenkalftijd van 550 dagen. Dat zijn geen alledaagse cijfers. Bewuste keuzes voor Woudstra, waarbij de gezondheid van zijn koeien voorop staat. “Ik insemineer koeien pas als ze minder dan 38 liter melk per dag geven.” Zeker vaarzen blijken enorm persistent en deze lactatie op maat draagt bij aan de levensduur van zijn koeien. “Als je elk jaar een punt probeer te zakken in ureum, merk je dat koeien dat aan kunnen. Je hoeft minder eiwit te voeren, ze zijn gezonder en je hoeft minder mest af te zetten. Echt, zo simpel is het.” Met compost werkt Jan op zijn land aan een gezonde bodem. Samen met andere boeren laat hij bermgras composteren. “Daar moeten we meer naar toe. De maatschappij laten zien als dat wij als boeren de samenleving kunnen helpen recyclen en ‘reststromen’ op onze grond tot waarde te brengen”, vertelt Jan bevlogen. En dat kan al met kleine stappen, zo laat hij zelf op zijn bedrijf zien. “Ik ben ook maar een gewone boer die wat probeert. Ik vind het zelf heel leuk om van andere boeren te horen hoe zij hun bedrijf verduurzamen. Dat is wat ik als demobedrijf ook wil bereiken. Ik weet ook niet precies hoe het moet, maar ik doe wat ik doe en laat dat graag aan collega-boeren zien”, besluit Jan bevlogen.
Lees meer over melkveebedrijf Woudstra's Pleats